Jetze de Graaf, oud-bedrijfsleider Delta -Bouw Aannemingsbedrijf in Holwerd
“Je kunt op verschillende manieren omgaan met de discussie over het voortbestaan van kweldergebieden. Je kunt ernaar kijken met de bril op van vogel- of natuurliefhebber, je kunt naar de kwelder voor een frisse neus of het uitlaten van je hond, of je kunt er meer met een technische blik naar kijken. Ik behoor tot die laatste categorie.
Dat heeft natuurlijk ook te maken met mijn historie. Ik heb ruim veertig jaar in de wereld van de kust en oeverwerken werken en de natte aannemerij gezeten. In 2010 ben ik op mijn 65ste met pensioen gegaan, daarvoor heb ik bij verschillende bedrijven gewerkt, in de laatste periode bij De Boer & De Groot in Harlingen. Ken de Waddenkust bij wijze van spreken op mijn duimpje, tot aan Denemarken toe, terwijl ik voor tal van andere projecten tevens veel in het buitenland zat, van Frankrijk tot aan Canada.
De kwelder bij Wierum ken ik bovendien als particulier. Op jonge leeftijd heb ik er zelf gekorfbald. Ik woon nu in Damwâld, maar de kwelder bij Wierum is me zeker niet onbekend.
In mijn werkzame leven ben ik net als vele anderen betrokken ook geweest bij de verhoging en verharding van de zeedijk. Die is nu uitgevoerd met asfalt als afdeklaag, maar daar ben ik in mijn werkzame leven nooit voorstander van geweest. Probleem is dat asfalt veroudert en gaat scheuren, er groeit gras doorheen waarmee tal van kwetsbare plekken ontstaan. Ik zie liever een groene kleidijk met flauwe taluds die is beter bestand tegen invloeden van buitenaf. Bovendien toont die ook mooier en vraagt minder onderhoud.
Wat betreft de kwelder: ik vind het dapper dat er een initiatief is ontstaan om de kwelder te behouden, maar ik zie toch ook technische hordes die extra aandacht nodig hebben. De meest simpele en doeltreffende manier om de kwelder voor verder verval te behouden, is een pijpleiding om baggerzand/slib (afkomstig van onderhoudsbaggerwerk ) op te spuiten. Ik weet het, in het kader van natuurwetgeving krijg je daar de handen niet snel voor op elkaar, maar dat zou wel het meeste effect sorteren. Op diverse plaatsen zijn hiervan goede voorbeelden te vinden.
De optie die jullie nu hebben gekozen, rijsdammen in combinatie met de pier De Kromme Horne, is visueel aantrekkelijk, tegelijkertijd moet je goed bewust zijn van uitdagingen. Een rijsdam kan een functie hebben om de kwelder erachter te beschermen, maar als er sprake is van hoog water samen met een forse storm zoals we afgelopen februari hebben meegemaakt, is de bescherming slechts zeer beperkt.
Een rijsdam heeft verder een rol om land uit zee te winnen. Waterdoorlatende takkendammen zorgen voor afname van stroomsnelheid, waardoor slibdeeltjes sneller bezinken en er dus een vorm van landaanwinning ontstaat. Heb daar echter niet al te wilde verwachtingen van. Dan moet je denken in centimeters per jaar. Mensen van middelbare leeftijd zullen het met behulp van die techniek niet meer meemaken dat de kwelder in oude luister is hersteld. Daarnaast moet niet vergeten worden dat een rijzendam alle jaren onderhoud nodig heeft; dat kost dus langjarig geld en menskracht.
De pier: dat is ook kwestie van technische aandacht. In Moddergat ligt een met stenen verzwaarde pier. Die is misschien wat saaiïg, maar is in ieder geval min of meer ook onverwoestbaar. Een pier op palen, zoals het voorstel dat er nu ligt, is voor het contact met het Wad zeker aantrekkelijk, maar daarbij moet je wel acht slaan op het effect van weersinvloeden. Die kunnen van invloed zijn op de kwaliteit van het bouwwerk. Als je de palen niet stevig genoeg verankert, heb je ook kans dat bij ijsvorming de palen als het ware vanuit het wad omhoog worden gedrukt. Dus dat moet je dan zo construeren dat je er zeker van bent dat het bouwwerk ook ongunstige weersomstandigheden kan doorstaan.
Ik ben meer van de robuuste ingrepen. Maar goed, ik kijk er ook met een technisch oog naar. Waarom zou je niet kiezen voor een dam van stortsteen om de kwelder te beschermen? Dan ben je er in ieder geval wel van verzekerd dat de zeegolven stukslaan; en groot bijkomend voordeel is je hebt nagenoeg geen onderhoud. Misschien is dit niet helemaal in lijn met natuurambities; hoewel dit principe ook toegepast is op Ameland en Terschelling om de kwelders tegen afslag te beschermen. Met name op Terschelling is dit erg goed geslaagd; de kwelder is goed beschermd en aan de binnenzijde van de dam is een prachtig natuurgebied ontstaan.
Wat ik ook zo typisch vind: de wand van de kwelder staat loodrecht op zee, net zoals de rotspartijen bij Dover in Engeland. De zee beukt er volop tegenaan. Wat ik wel interessant zou vinden: wat gebeurt er als je een soort talud aanlegt, een schuinte aan de zeekant van de kwelder. Dan ontneem je de zee zijn kracht van de golfslag. Misschien is dat ook wel een deeloplossing om de kwelder verder te beschermen.
Ik wens jullie alle succes toe, hoewel ik van de opvatting ben dat de zee neemt en de zee geeft. Als je de kwelder bekijkt om zijn emotionele waarde bij dorpsbewoners of dagjesmensen, natuurlijk is het dan te verdedigen dat je inspanningen doet om de kwelder te beschermen, maar vanuit technisch oogpunt zou ik niet willen uitsluiten om met zwaardere middelen snel het gewenste resultaat voor elkaar te krijgen.”